Werken vanuit ’de bedoeling’ gaat over de focus op het gewenste effect van professioneel handelen. Een effectmeting is een instrument dat deze verbinding ondersteunt.
Werken vanuit de bedoeling binnen ZSM
Binnen ZSM (Zo Snel, Slim, Selectief, Simpel, Samen en Samenlevingsgericht Mogelijk) werken politie, Openbaar Ministerie, Raad voor de Kinderbescherming, Slachtofferhulp Nederland en de drie reclasseringsorganisaties samen aan de aanpak van veelvoorkomende criminaliteit. Doordat ZSMpartners zich samen buigen over casussen kunnen zij sneller, betekenisvoller en zorgvuldiger tot een afhandeling komen. De komst van ZSM wordt gezien als een grote verbetering. Professionals geven echter steeds meer aan dat ze onvoldoende toekomen aan ‘de bedoeling’ van hun werk. Zij ervaren te veel druk van systemen, processen en doorlooptijden. Vooral als het gaat om casussen met kwetsbare slachtoffers en verdachten. Om dat te veranderen wordt de manier van werken omgedraaid. De bedoeling staat voorop en de systemen, processen en regels ondersteunen de bedoeling.
Kwetsbare slachtoffers en verdachten
Binnen de strafrechtketen zien we een toename van het aantal verdachten met psychische, emotionele of verstandelijke problematiek of personen die anderszins verward zijn. ZSM-professionals krijgen te maken met verdachten (en gezinssysteem) en slachtoffers in een kwetsbare en afhankelijke positie. Dit speelt met name op de terreinen jeugd, huiselijk geweld, zeden
en geweld. Om deze zaken betekenisvol af te doen is meer nodig dan enkel strafrecht. Dit vraagt van ZSMprofessionals dat zij intensief samenwerken met het sociale en zorgdomein.
In een aantal leerateliers is geëxperimenteerd met werken vanuit een gezamenlijke bedoeling: doen wat nodig is voor de veiligheid van het kind en het gezin. Daarnaast werden leidende principes gehanteerd, zoals ‘praten met, in plaats van praten over een gezin’. Het professionele oordeel stond centraal in het behandelen van de casus. Professionals hadden meer tijd en ruimte om contextinformatie te verzamelen, in gesprek te gaan met slachtoffer, verdachte en betrokkene, af te stemmen met partners en de casus gezamenlijk te duiden. Hierdoor waren professionals in staat achterliggende problematiek te herkennen en een passende interventie op maatte kiezen.
Werken vanuit een gezamenlijke bedoeling en het verdiepen van casuïstiek is een andere werkwijze. Onterecht wordt gedacht dat het per definitie meer capaciteit kost. In sommige gevallen is meer werk nodig maar in andere gevallen moet juist worden losgelaten en worden vertrouwd op partners. Buiten kijf staat dat het werken volgens een andere werkwijze een investering kost in leren. Is deze investering het waard? Om hierachter te komen was het nodig om de effecten van verdiepen inzichtelijk te maken.
Werken vanuit de bedoeling leidt tot een hogere kwaliteit van interventies
De ZSM-partners hebben, in samenwerking met het Veiligheidshuis (VHH), Veilig Thuis (VT) en Halt, gezamenlijk geïnvesteerd in een effectmeting. Onderzocht is welk effect het verdiepen van casussen heeft op de kwaliteit van de interventie gekozen op ZSM. Dit effect is bekeken vanuit vier perspectieven:
- Slachtoffer
- Verdachte
- Maatschappij
- Professional
Onderzoeksopzet en methode
De effectmeting bestaat uit een voor- en nameting en een controlegroep. Een tiental casussen uit het leeratelier is vergeleken met een tiental casussen van ZSMregulier. De effectmeting kent een kwalitatieve onderzoeksmethode. Per casus zijn interviews afgenomen met het slachtoffer, de verdachte, een vertegenwoordiger van de maatschappij en de professional.
Uit het onderzoek blijkt dat werken vanuit de bedoeling heeft geleid tot meer afstemming en meer inzicht in de situatie en achterliggende problematiek. Het rijkere inzicht en beter professioneel oordeel over de situatie heeft in negen van de tien
onderzochte leeratelier casussen geleid tot een andere interventie. Anders was in dit geval een:
- Zwaardere interventie
- Lichtere interventie
- Combinatie van straf en zorg
Voorbeelden andere interventies:
Zwaardere interventie
Een jongere (14 jaar) wordt ervan verdacht een koptelefoon te hebben gestolen van een collega. De jongen heeft het delict bekend en betuigt spijt. Normaliter aanleiding om over te gaan tot een Halt-straf. Nadat informatie is opgevraagd bij onder andere Halt en het jeugdteam, werd inzichtelijk dat de verdachte dit delict heeft gepleegd tijdens het uitvoeren van een Halt-straf, dat het niet goed gaat op school en dat er sprake is van gedragsproblematiek. De Halt-straf heeft blijkbaar niet het gewenste effect. Gezien de context is besloten om over te gaan tot een dagvaarding en raadsonderzoek.
Lichtere interventie
Twee jonge verdachten (11 en 12 jaar) hebben gevochten met twee broertjes. De jongen van 11 kan niet worden vervolgd in verband met zijn leeftijd, de verdachte van 12 wel. Zijn aandeel lijkt echter een stuk kleiner en hij lijkt zelfs sussend te werk zijn gegaan. Uit de systeeminformatie blijkt dat er in het verleden hulpverlening is geweest in het gezin. Gecombineerd met het
delict was dit normaliter aanleiding geweest om een raadsonderzoek op te starten en/of een zorgmelding op te maken. De Officier van Justitie besluit echter eerst een (waarschuwend) gesprek aan te gaan met verdachte en ouders. De houding van de ouders is bepalend geweest. Zij schrokken erg en namen hun verantwoordelijkheid om het gedrag aan te pakken. Uiteindelijk is een Sepot20 (anders dan strafrechtelijk prevaleert) opgelegd, ook naar tevredenheid van de slachtoffers. Op die manier is de strafrechtketen ontlast door eenextra investering aan de voorkant van het proces.
De andere interventies lijken ook beter te worden gewaardeerd door slachtoffer, verdachte en maatschappij. De interventies lijken meer op maat voor de verdachte en meer gericht op veiligheid voor het slachtoffer. De effectmeting maakt ook inzichtelijk dat het effect nog groter had kunnen zijn als de aansluiting op bijvoorbeeld het sociaal- en zorgdomein beter was geweest. De effectmeting helpt op bestuurlijk niveau in de besluitvorming rondom het voortzetten van werken vanuit de bedoeling op ZSM. De feedback van slachtoffers, verdachten en betrokkenen helpt leidinggevenden en professionals bij het opstarten van nieuwe verbeterinitiatieven zoals de aansluiting met het sociaal- en zorgdomein.
Het vasthouden van werken vanuit de bedoeling vraagt om structureel zicht op effecten
Werken vanuit de bedoeling gaat over de focus op het gewenste effect van professioneel handelen. Momenteel is er weinig inzicht in welke effecten worden gerealiseerd. Terugkoppeling die professionals krijgen staat vaak in het teken van productie en output, bijvoorbeeld doorlooptijden en aantal afgehandelde verdachten. Zicht op het gerealiseerde effect helpt bij het tot stand brengen van interne en externe verbinding. Interne verbinding, omdat feedbackloops tussen professionals (van diverse betrokken partners) tot stand worden gebracht. Externe verbinding, omdat de dialoog wordt aangegaan met
slachtoffers, verdachten en betrokkenen.
Organiseren van structureel meten van effecten
Het structureel meten van effecten heeft impact op de bedrijfsvoering. Dit kan op laagdrempelige wijze worden georganiseerd door een aantal principes te hanteren:
Begin in elke ZSM-locatie met een kleinschalige effectmeting:
Start bijvoorbeeld met het bepalen van de startpositie, in welke mate wordt de bedoeling gerealiseerd? Op basis van de inzichten kunnen interventies worden gedaan. Daarna kan bijvoorbeeld wekelijks voor drie casussen worden gemeten wat de waardering is van verdachten, slachtoffers en betrokkenen.
Sluit zoveel mogelijk aan op bestaande contactmomenten:
Stimuleer dat professionals in reguliere contacten met slachtoffers, verdachten en vertegenwoordigers van de maatschappij vragen stellen over hoe zij de afdoening hebben ervaren. Hiermee wordt structureel informatie verzameld die inzicht geeft in het gerealiseerde effect. De benodigde tijdsinvestering blijft beperkt doordat de professional enkel een aantal extra vragen hoeft te stellen. Leg de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de analyse, rapportage, terugkoppeling en monitoring bij relevante afdelingen (bijvoorbeeld controllers).
Zij kunnen in hun dagelijkse werkzaamheden een rol nemen in deze vorm van anders verantwoorden.
Kies een laagdrempelige en liefst digitale vorm:
Maak verbinding met de techniek waar mogelijk. Onderzoek waar informatie die nodig is voor de analyse kan worden geregistreerd in systemen. Bekijk daarnaast de mogelijkheden voor een automatische melding aan professional op de momenten dat informatie verzameld dient te worden.
Koppel aan structureel leren:
Koppel de bevindingen aan het structureel leren en de professionalisering van medewerkers. Organiseer dialoogsessies op basis van de uitkomsten om van elkaar te leren en bij te sturen.
Sturing en verantwoorden:
Denk na over algemene sturing op de resultaten van het meten van effecten en hoe dit structureel geborgd kan worden in de organisatie. Bijvoorbeeld met behulp van monitoring of het bijstellen van KPI’s. Neem daarin mee dat er als gevolg van een andere sturing ook anders verantwoord moet gaan worden (bijvoorbeeld kwalitatief). Samenvattend kan worden gesteld dat werken vanuit de bedoeling positieve effecten heeft. Interventies zijn meer op maat en worden meer gewaardeerd door slachtoffers, verdachten en de maatschappij. Het hebben van inzicht op het effect van professioneel handelen, stimuleert daarnaast een effectievere samenwerking. Structureel zicht op het effect helpt om werken vanuit de bedoeling vast te houden. Zeker als dit op laagdrempelige wijze wordt georganiseerd.
- Binnen ZSM (Zo Snel, Slim, Selectief, Simpel, Samen en Samenlevingsgericht Mogelijk) werken politie, Openbaar Ministerie, Raad voor de Kinderbescherming, Slachtofferhulp Nederland en de drie reclasseringsorganisaties samen.