De technologische ontwikkelingen op het gebied van sensing worden voor een belangrijk deel veroorzaakt door steeds kleiner wordende chips met grote rekenkracht die tevens zeer energiezuinig zijn. Hierdoor kunnen alledaagse objecten worden uitgerust met sensoren en op die manier ‘smart’ gemaakt. Deze sensoren voelen de omgeving aan (dit noemen we sensing) en kunnen met andere objecten communiceren. In feite kunnen deze sensoren alles meten en genereren ze enorm veel data (Big Data), waardoor analytics cruciaal is om een handelingsperspectief te verkrijgen. Het netwerk van met elkaar verbonden slimme objecten noemen we het ‘Internet of Things’ (IoT). Onderzoek van Kantar TNS wijst uit dat de toepassing van dergelijke technologische hulpmiddelen als positief wordt ervaren op het gevoel van veiligheid door ongeveer 7 op de 10 Nederlanders.
Internet of Things
Zoals gezegd is science fiction steeds vaker geen fictie meer. Daarin speelt naast ontwikkelingen als nanotechnologie, robotica en 3D-printing, het IoT een significante rol. Het fijnmazig netwerk van sensoren binnen het IoT ontstaat doordat steeds meer (alledaagse) technologieën met het internet zijn verbonden. Er zijn meerdere definities voor het IoT in de literatuur beschreven. De meeste definities bestaan uit de volgende elementen:
- Sensoren die gegevens verzamelen.
- Data- en communicatietechnologie gebouwd in fysieke objecten.
- Verbonden in een netwerk ofwel het internet: fysieke items staan niet langer meer los van de virtuele wereld, maar kunnen gecontroleerd worden en zich gedragen als een fysiek toegangspunt tot internetservices.
IoT creëert een wereld waar objecten automatisch kunnen communiceren met computers en elkaar, om services te leveren die voordeel hebben voor de mensheid. Zo zijn autofabrikanten bijvoorbeeld bezig om auto’s te laten communiceren met slimme stoplichten om de doorstroming van het verkeer in een binnenstad te verbeteren. Of het slimme stoplicht past zijn lichtregime aan op de drukte die er voor het stoplicht staat2. Het houdt niet op bij slimme stoplichten. Er worden ook sensoren toegevoegd aan bijvoorbeeld prullenbakken (wanneer is deze vol en moet deze geleegd worden), verkeersborden, parkeerplaatsen en fietsenrekken, in drones, zelfrijdende auto’s en mobiele telefoons. IoT in de samenleving neemt momenteel een grote vlucht. Door het genereren van gegevens over de publieke buitenruimte op basis van een fijnmazig netwerk van sensoren, kan worden geanticipeerd op hedendaagse uitdagingen in veiligheid, vrijheid en leefbaarheid van onze steden. Sensoren zijn in staat om de situatie in bijvoorbeeld de buitenruimte aan te voelen en (continu) te meten; zowel de omgeving (bijvoorbeeld drukte, luchtkwaliteiten geluid), als van specifieke objecten (beschikbaarheid in fietsenstallingen). Deze metingen en het real-time beschikbaar stellen ervan, kunnen laten zien of de situatie zich binnen, op of buiten grenswaarden bevindt. Door deze data in historisch perspectief te plaatsen zijn trends te bepalen die ook voorspellend of indicatief naar de toekomst toe kunnen zijn. Het realtime gebruik van deze data en de koppeling met allerlei bronnen maakt het mogelijk om de buitenruimte te managen.
We zien drie zeer waardevolle toepassingen ter bevordering van de veiligheid:
- Proactieve handhaving van de wettelijke normen in de leefomgeving. In het licht van de nieuwe wet op de leefomgeving, kunnen sensoren in de buitenruimte een grote rol spelen in het efficiënt en effectief handhaven van de leefomgeving en verstrekte vergunningen. Door middel van grootschalige analyses over een veelheid aan data gegenereerd door de sensoren kunnen nieuwe inzichten verworven worden over het naleven van de wettelijke normering zoals bijvoorbeeld luchtof bodemkwaliteit. Op basis van trends in data kan preventief gezien worden dat de luchtkwaliteit bij een fabriek verslechtert. Waar dit voorheen afhankelijk was van een kortstondige inspectie, kan nu het gehele jaar, 24 uur per dag, inzicht in de luchtkwaliteit verkregen worden. Chemische rampen, zoals Chemie-pack in 2011 en verstrekkende gevolgen voor de volksgezondheid kunnen daardoor worden voorkomen. Er is alleen (preventieve) handhaving wanneer de wettelijke normen overschreden dreigen te worden. Zo kunnen de kosten voor de beleidsmaker van het voeren van een reactief beleid verder gedrukt worden, en ondervinden burgers zo min mogelijk overlast. Door het ontvangen van sensordata is het tevens niet altijd noodzakelijk om situaties te schouwen door een inspectie. Dit scheelt in kosten voor de overheid en wellicht ook voor de maatschappij.
- Meten en voorspellen van drukte in binnensteden waarmee bezoekersstromen beter gemanaged worden. Nederland is populair bij toeristen. Naar schatting ontvangt Nederland in 2020 zo’n 16 miljoen bezoekers per jaar, waarvan een groot deel naar Amsterdam3. Naar schatting ontvangt de hoofdstad Amsterdam over een tijd zo’n 20 miljoen bezoekers per jaar. Dit leidt steeds vaker tot overlast voor de bewoners en kost veel capaciteit van de politie4. De politie slaat alarm voor een overvol Amsterdam en heeft zelfs een aantal keer preventief de Kalverstraat moeten afsluiten omdat mensen de winkels niet meer uit konden komen. Uit onderzoek van Kantar TNS blijkt dat naast de politie ook ongeveer de helft van de Nederlanders extreme drukte als onveilig ervaart. Het groeiend aantal camera’s in de buitenruimte zorgt voor een vergroot veiligheidsgevoel. Waar een grote hoeveelheid personen (drukte) als uitdaging wordt gezien, draagt een grote hoeveelheid digitale data bij aan een oplossing voor die drukte. Het huidige systeem om drukte te monitoren in Amsterdam is nog beperkt en gebaseerd op camera’s5. Naast camera’s, kunnen juist sensoren in objecten ook drukte meten. Gecombineerd met data van toeristenstromen (boekingen van hotels, vluchten, openbaar vervoer etc.) kan deze sensordata een zeer actueel inzicht geven in drukte in de binnenstad. Analyse van deze gegevensstroom biedt kansen om de toeristenstroom beter te verdelen over de stad en haar omgeving. Door deze inzichten terug te geven aan toeristen voor routeringsadviezen via bijvoorbeeld mobiele apps en andere communicatiemiddelen (bijvoorbeeld: ‘kom voor een goede belevenis nu niet naar de Kalverstraat, maar ga naar de Arena’) zal de veiligheid vergroot worden.
- Fijnmaziger netwerk met mogelijke sporen voor de opsporing. De gegevens die sensoren genereren zullen naar verwachting ook een grote kans bieden voor het verbeteren van de opsporing van misdrijven. In feite creëert het fijnmazige netwerk enorm veel extra digitale sporen. Gecombineerd met sensordata van mobiele telefoons van agenten en burgers is een plaats delict uiterst nauwkeurig te reconstrueren. Een aansprekend voorbeeld is bijvoorbeeld een moordzaak waarbij Echo, smart home assistent van Amazon, getuige is geweest van een vermoede moord. De ‘getuigenis’ van de Echo, dat wil zeggen wat het apparaat heeft gehoord en opgeslagen, wordt gebruikt om de (on)schuld van de aangeklaagde persoon te bewijzen. Een ander voorbeeld is dat naast de videosurveillance er ook sensordata van agenten (bodycams, mobiele telefoon) en auto’s (dashcam, connected car, camera’s voor zelfrijdende auto) gebruikt kunnen worden om een veel fijnmaziger, completer beeld van een plaats delict te verkrijgen. Data uit deze bronnen kunnen enerzijds de heterdaadkracht vergroten en anderzijds bijdragen aan preventieve handhaving om strafbare feiten te voorkomen. Op basis van data-analyses van de verkregen IoT-data en de voorspellende en voorschrijvende analyses die daaruit voortkomen, ontstaat een soort handboek voor handhaving. In theorie betekent deze ontwikkeling dat er geen ‘blind spots’ in het surveillancenetwerk zullen zijn. In de praktijk betekent het dat de politie ‘ogen en oren’ heeft waar ze die voorheen niet had. Naast deze grote belofte, zijn er twee cruciale aspecten die van belang zijn om zorgeloos de enorme potentie van de IoTtechnologie toe te passen en te benutten.

Security
De FBI waarschuwde al in 2015 dat het toepassen van IoT bewustwording vraagt op het vlak van security. Als dit niet goed wordt toegepast worden cybercriminelen in staat gesteld om zwakke plekken in een IoT-systeem uit te buiten. Op 21 oktober 2016 werd het IoT misbruikt voor de grootste cyberaanval uit de geschiedenis van het internet op Twitter, Wallstreet Journal, Netflix, Reddit en Spotify6. Deze aanval werd uitgevoerd via onder andere slimme lampen, ovens en videorecorders, zonder dat de eigenaren zich hiervan bewust waren. Uit onderzoek van Kantar TNS blijkt dat meer dan de helft van de Nederlanders zich zorgen maakt over onvoldoende beveiligde technologieën die zijn verbonden met het internet. Eerdergenoemde aanval was nog relatief onschuldig, maar men moet er niet aan denken dat een serieuze aanval plaatsvindt waarbij de stoplichten in een stad ontregeld worden door hackers of een smarthome waarvan de rechtmatige eigenaar wordt buitengesloten of zelfs te lijf wordt gegaan door slimme objecten, doordat zijn huis gehackt is. Ieder met het IoT (en dus internet) verbonden object is in theorie te hacken. Het is zodoende van enorm belang dat de toepassing van IoT voor het verbeteren van de publieke veiligheid alleen plaatsvindt wanneer de security van ieder verbonden IoT-object bewust goed is ingeregeld. De security van het IoT is immers zo sterk als haar zwakste (IoT-object) schakel.

Privacy
Hoewel de technologische mogelijkheden toenemen, neemt het vertrouwen in het veilig en integer omgaan met data af. Privacy is ook hier een enorm belangrijk aandachtspunt, zeker nu in 2018 de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming van toepassing wordt waarmee de privacy-vereisten in de gehele Europese Unie worden aangescherpt. Afhankelijk van het doel van het IoT-netwerk, meten sensoren veelal de omgeving en genereren data die niet terug te voeren zijn naar individuen. Hierdoor is in theorie geen sprake van een inbreuk op de privacy
van individuen. Sensoren dienen deze lijn zoveel mogelijk vast te houden. Toch kunnen bepaalde sensoren in combinatie met bijvoorbeeld data uit een auto of mobiele telefoon worden herleid naar een individu. In dit soort gevallen dient naleving van de Wet bescherming persoonsgegevens en Wet politiegegevens controleerbaar mogelijk te zijn voor de burger. Ondanks privacyimplicaties van de toename van data uit slimme objecten vindt meer dan 80% van de Nederlanders volgens Kantar TNS dat deze data van positieve invloed kan zijn op de opsporingskansen. Daarbij is het vooral van belang dat transparantie wordt geboden in het toepassen van data-analyses op de massaal gegenereerde data uit IoT-objecten. Toezicht op de toepassing en inzicht in de verkregen inzichten zorgt voor blijvend vertrouwen in deze technologieën.

Het potentieel van nieuwe technologieën als sensing is dermate groot dat preventief handelen een reële mogelijkheid wordt. Analytics is daarbij een kritieke succesfactor om op basis van Big Data een concreet handelingsperspectief te krijgen. De steeds meer bevestigde voorspelling van de toekomst laat zien dat in onze samenleving meer cocreatie plaats gaat vinden tussen burger, overheid en de private sector. Vertrouwen en open data spelen daarbij een grote rol. Daarnaast zijn security en privacy randvoorwaarden van levensgroot belang om het volle potentieel van deze technologieën te benutten. Echter, met een scherp toezicht daarop hoeven de kansen van nieuwe technologische ontwikkelingen als IoT niet in de schaduw van diens bedreigingen te staan.