De Handhavers Toezicht en Veiligheid dragen bij aan het handhaven van de openbare orde en veiligheid binnen de gemeente waarbij zij de Politie ontlasten[1]. Dit houdt in dat zij vaak betrokken zijn bij mistanden in de wijken en buurten van een stad in plaats van de Politie. Het gevolg hiervan kan zijn dat de handhavers een beter beeld hebben van de zaken die spelen in bepaalde buurten of wijken van een stad dan de politie. In dat geval zullen zij degene zijn die de verschillende veiligheidsfenomenen zoals radicalisering, drugsgebruik/handel en overlast in de wijken en buurten beter in beeld hebben en wie daarbij betrokken zijn. Dit soort overlast beperkt zich meestal niet enkel tot de leefomgeving van deze personen maar zijn gemeentegrensoverschrijdend.
In steden zoals bijvoorbeeld Rotterdam, Amsterdam en Utrecht heeft de Handhaving een eigen registratiesysteem waarin zij informatie opslaan. Het gebruik van verschillende systemen zonder onderlinge koppelingen zorgt voor een fragmentatie van de vastgelegde informatie over gebeurtenissen en de betrokken perso(o)n(en). Het gevolg hiervan is dat het lastiger wordt om tijdig te signaleren dat er een interventie nodig is voor iemand. Terwijl juist het vroeg signaleren van de samenloop van bepaalde gebeurtenissen rondom een persoon van groot belang is om tijdig in te kunnen grijpen in de ontwikkeling van een criminele loopbaan.
Wat is het belang van het vroeg signaleren?
Laten we stellen dat een potentiële crimineel in Nederland wordt geboren. Remi Tralie groeit op in de het midden van het land en in zijn jonge jaren is hij klein van stuk. Hij heeft een handeltje in hasj, maar wordt vaak in elkaar geslagen door andere jongens. Hij sluit zich daarom aan bij een groep jongens met kwaad in de zin. Samen zetten ze de handel voort en raken ze betrokken bij kleine inbraken, overlast en geweldsincidenten. Pas later, als hij beetje bij beetje berucht wordt, duikt zijn naam op in verschillende onderzoeken. Uiteindelijk weet men hem in te rekenen, na de inzet van veel mankracht en financiën.
Remi is in zijn jeugd, in verschillende gemeentes, al een aantal keer in aanraking geweest met het gemeentelijk opsporingsapparaat. In de tijd dat hij in zijn eigen gemeente ingeschreven stond, beging hij al enkele kleine vergrijpen. Zo wordt hij eens aangesproken omdat hij met een groep rondhangt op straat, krijgt hij een waarschuwing na wildplassen tegen een kerk en worden in de buurt van zijn school meerdere meldingen gemaakt van geluidsoverlast. Op een bepaald moment besluit Tralie zich uit te schrijven bij de basisregistratie voor personen om zo minder op te vallen. Hoewel er verschillende vergrijpen op zijn naam staan in zijn eigen gemeente, is het voor andere gemeentes, bij nieuwe incidenten, niet te achterhalen wat deze voorgeschiedenis inhoudt.
Omdat de incidenten los staan van elkaar, wordt hij telkens weer uit het oog verloren. Telkens een andere ambtenaar die zijn zaak behandelt, en ja, dan weet je het wel. Het verhaal staat toch in het systeem waar híj mee werkt? Geen reden om daar meer aandacht aan te besteden. Maar wat hij niet wist, en misschien ook wel niet had moeten weten, om de simpele reden dat het niet bij zijn taakomschrijving hoort, is dat Remi zal uitgroeien tot de moorddadige leider van een criminele organisatie. Juist in de fase waarin de ontwikkeling naar deze zware criminaliteit plaatsvindt, kan nog veel gewonnen worden door informatie centraal en eenduidig te verzamelen. Wellicht kan daarmee de volgende Tralie op tijd geïdentificeerd worden en preventief worden opgetreden.
Zoals blijkt uit bovenstaande fictie, zijn er veel aspecten aan de levensloop van een crimineel die vroege aanwijzingen kunnen geven van serieuzere vergrijpen. ‘People are who they are’. En dan kunnen we dat als samenleving maar beter op tijd doorhebben.

Figuur 1: Incidentengeschiedenis en verloop.
De toekomst van informatievoorziening
De huidige opslag van ‘handhavingsinformatie’ door de verschillende instanties en organisaties is erg versnipperd. Informatie ligt vast in meerdere en van elkaar verschillende systemen. Het gaat hier om systemen die soms erg verouderd zijn en in bepaalde gevallen zelfs niet meer voldoen aan de huidige wetgeving. Ook de wijze van vastlegging loopt uiteen van ongestructureerd in een document of bestand (denk hierbij aan brieven, geluidsfragmenten en beeldopnames en dergelijke) tot gestructureerd in een applicatie, in de vorm van velden en transacties.
Dit alles opgeteld maakt het erg complex, zo niet onmogelijk, om relevante informatie tussen de verschillende diensten te delen. Veel situationele kennis omtrent een gebeurtenis en de gerelateerde omstandigheden en personen gaat hierdoor verloren. Gezamenlijke diensten verliezen daarmee inzicht- en preventiemogelijkheden bij latent groeiende criminele activiteiten. We missen hier zicht op potentieel betrokken (veel)plegers en het ontstaan van nieuwe criminele organisaties. De decentralisatie van bepaalde vormen van ‘handhaving’ naar gemeentes kan dit probleem alleen maar groter maken maar tegelijkertijd ook een kans bieden om hier verbetering in aan te brengen. Als er meer ogen bijkomen in de vorm van handhavingsdiensten kan er, mits centraal en op gecoördineerde wijze gedocumenteerd, een beter integraal veiligheidsbeeld worden gevormd bij delinquenten.
De vraag is: hoe zorgen we bij gedecentraliseerde verantwoordelijkheden van gemeentes dat versnipperde registraties van gebeurtenissen en betrokken personen tegengaan?
Daarbij: op welke manier kunnen we dit doen zodat informatie beter en vertrouwelijk met elkaar gedeeld kan worden zonder de privacy- en securitywetgeving te overtreden?
De huidige wetgeving rond privacy is gebaseerd op de rechten van een persoon en laat vrije uitwisseling niet zomaar toe. Persoonsgegevens mogen pas gedeeld of uitgewisseld worden als er voldoende aanleiding of reden toe is. Dat is goed en dat moet ook zeker zo blijven. We moeten niet in een situatie komen die vergelijkbaar is met de tijden van de Koude Oorlog waarin de overheid van het voormalig Oost-Duitsland voor iedere burger een persoonlijk dossier bijhield (Big Brother is watching you). Maar hoe dan wel?
Van kattenkwaad tot zwaar delict
Een oplossing is een centrale vastlegging waarbij de verantwoordelijkheid decentraal kan worden ingeregeld. Bij het vastleggen moet de focus in eerste instantie op gebeurtenissen komen te liggen en minder op personen. Bij gebeurtenissen speelt privacy een minder grote rol en mogen zonder al te veel regels worden gedeeld. Belangrijk uitgangspunt is wel dat de gebeurtenissen en de bijbehorende omstandigheden eenduidig, consistent maar vooral regionaal of nationaal worden vastgelegd waardoor ze eenvoudig(er) breed gedeeld kunnen worden over de gehele keten. De gebeurtenis-gerelateerde persoonsgegevens die immers ook vastgelegd dienen te worden, zijn hierin secundair en ondergeschikt, en mogen alleen ingezien worden door diegene of die instantie (gemeente, politie en dergelijke) die ze heeft vastgelegd en daartoe gemachtigd is. Ook voor de registratie van de gebeurtenis-gerelateerde persoonsgegevens en de relatiegegevens tot de gebeurtenis geldt dat deze in dezelfde centrale omgeving eenduidig en consistent wordt vastgelegd. Hierdoor wordt het mogelijk om met nieuwe en moderne technologie gebeurtenissen met elkaar in verband te brengen. Bijvoorbeeld door een analyse gebaseerd op artificial intelligence (AI) kunnen onderlinge gebeurtenis relaties, patronen en/of ‘trends’ worden gedetecteerd die de moeite zijn om nader te onderzoeken.
Er kunnen meerdere redenen zijn waarom gebeurtenissen met elkaar in verband gebracht worden. Een combinatie van één of meerdere gebeurtenissen kan leiden tot één of zelfs meerdere zaken. Verschillende en/of combinatie van analyses kunnen aanvullend leiden tot bepaalde notificaties/signalen dat bepaalde instanties met elkaar om de tafel moeten (veiligheidshuizen).
Een voorbeeld uit het leven van Remi Tralie. In de jongere jaren van Remi hebben een aantal gebeurtenissen plaats gevonden die los van elkaar zijn vastgelegd (zie de groene mapjes in onderstaande afbeelding) in verschillende gemeentes. Bij een centrale vastlegging zou middels analyse(s) de gebeurtenissen kunnen worden gebundeld. Deze analyses kunnen zowel handmatig (bijvoorbeeld met een netwerkanalyse) als automatisch (AI) worden uitgevoerd. Aansluitend kan dan een onderzoekszaak worden geïnitieerd, waarbij door middel van notificaties de verschillende instanties op de hoogte worden gebracht om in overleg te gaan.
De uitkomst van het overleg tussen de instanties kan voldoende aanleiding en meer bevoegdheid geven tot nader onderzoek waarbij ook meer persoonsgegevens (gemeente registers, politiedossiers etc.) kunnen worden uitgewisseld en of geanalyseerd.

Figuur 2: Vroegtijdige signalering en inzichten ten behoeve van preventie.
De hierboven beschreven situatie biedt stappen naar een waardevolle en slimmere informatievoorziening, die kan leiden tot vroegtijdige inzicht en signalering, en mogelijke preventie van criminele activiteiten in de toekomst.
Conclusie
Door decentralisatie van de verantwoordelijkheden rondom handhaving worden misstanden in de openbare ruimte geregistreerd op gemeentelijk niveau. Dit zorgt voor een fragmentatie van informatie tussen de verschillende gemeentes, wat kan leiden tot het uiteenvallen van het integrale veiligheidsbeeld. Door eenduidig en op nationaal niveau te registreren kan een beter integraal veiligheidsbeeld in stand worden gehouden.