Veiligheid en bereikbaarheid zijn belangrijke uitdagingen voor steden. Disruptieve technologieën bieden een oplossing, maar welke vraagstukken ontstaan?
In hoeverre kan slimme technologie daadwerkelijk bijdragen aan een veilige samenleving?
Hoewel vijf jaar geleden al werd aangegeven dat de ontwikkeling van het inzetten van drones enorm snel gaat, blijkt dat de wetgeving rondom drones (nog) niet goed is geregeld. Er zijn relatief veel incidenten geweest met het gebruik van drones door particulieren. Er zijn wel regels over het gebruik van drones, maar vaak laat de handhaving hierop te wensen over. In de Verenigde Staten hangt iemand een boete van 250.000 dollar of een gevangenisstraf van 3 jaar boven het hoofd door met een drone boven een passagiersvliegtuig te vliegen. Dit artikel richt zich niet specifiek op de risico’s, maar kijkt juist wat nieuwe technologieën kunnen toevoegen, enabling technology, aan het veiliger maken van de samenleving. Opsporings- en handhavingsdiensten kunnen drones namelijk inzetten bij het maken van reconstructies van plaatsen delict, rampenbestrijding en grensbewaking. Tevens zijn er drones die zijn uitgerust met warmtesensoren, die bijvoorbeeld kunnen helpen bij het zoeken naar hennepplantages. Oftewel de inzet van drones kan in grote mate de veiligheid van de samenleving vergroten. Natuurlijk zijn er ook risico’s, omdat drones vaak via bluetooth of wifi werken. Waardoor het hacken van dit soort systemen op de loer ligt.
Drones kunnen aan de handhavings- en opsporingsdiensten veel informatie verschaffen. Bij de ontwikkeling van drones zie je dat ze steeds kleiner, lichter en goedkoper worden. Deze trend lijkt zich op het gebied van drones door te zetten. Drones kunnen op steeds grotere afstanden bestuurd worden. Ook worden ze steeds efficiënter, waardoor drones steeds meer mogelijkheden kunnen bieden. Zo kunnen drones eenvoudig worden uitgerust met moderne, kwalitatief goede camera’s, waardoor de kwaliteit van de beelden wordt vergroot.
Het gebruik van drones met infraroodcamera’s, warmtebeeldcamera’s en geursensoren lijkt toekomstmuziek, maar de eerste toepassingen bestaan al. De Brandweer Twente maakt al sinds 2013 gebruik van drone Argus, die beelden van een gewone camera en een warmtebeeldcamera live doorstuurt naar de laptop van de piloot. Steeds vaker zie je bij bijvoorbeeld natuurrampen of zware ongelukken dat door middel van de inzet van een drone een goed overzicht verkregen kan worden vanuit de lucht.
Bovenstaande is vooral gericht op drones die zijn uitgerust met camera’s. Andere varianten zijn echter ook denkbaar. Zo kunnen warmtesensoren en/of geluidssensoren bijdragen aan het vaststellen van de aanwezigheid van personen in een huis of gesloten voertuig. Deze toepassing is dus al in gebruik. Nog niet in gebruik, maar wel in ontwikkeling zijn drones uitgerust met sensoren voor stofherkenning die, net als speurhonden, aanwezigheid van drugs kunnen detecteren.
Het is van belang om mensen op te leiden om deze drones te kunnen besturen. Aangezien in de komende jaren de mogelijkheden met drones steeds verder toenemen, moeten deze mogelijkheden ook worden benut.
Camera’s, je ziet ze op vele hoeken in het straatbeeld. Waar vroeger nog wel eens een dummycamera (nep) werd opgehangen, om een afschrikwekkend effect te bewerkstelligen, is dat nu niet meer aan de orde. Slimme camera’s worden op veel plekken ingezet voor surveillance op stations, luchthavens en winkelstraten. GfK concludeert dat 74% van de Nederlanders positief is over camera’s in publieke ruimte die afwijkend gedrag van mensen analyseren. Daarnaast is 64% positief over camera’s in publieke ruimtes met gezichtsherkenning (zie de figuur op de volgende pagina).
Steeds vaker worden bedrijven, banken en particulieren gevraagd om hun (indien aanwezig) camerabeelden te delen met de opsporingsinstanties om zo de opsporing te kunnen verbeteren. Bij de politie zijn ongeveer 160.000 particuliere beveiligingscamera’s geregistreerd waar de politie in het geval van een misdrijf gebruik van kan maken. Het politiesysteem Camera in Beeld geeft particuliere en overheidscamera’s op één kaart weer. Zo heeft de politie overzicht van welke camera’s waar hangen en waar zij opnames van maken. Agenten bekijken hierbij achteraf de beelden. Het live meekijken gebeurt bij Live View.
Wat ook achteraf kan worden bekeken, zijn de beelden gemaakt met bodycams. De invoering van draagbare bodycams heeft in het Verenigd Koninkrijk geleid tot een daling van 93% van de klachten van het publiek tegen politie, wat aangeeft dat gebruik van camera’s leidt tot gedragsveranderingen en hierdoor daadwerkelijk een veiligheidsaspect met zich meebrengt. In Nederland wordt momenteel onderzocht in hoeverre bodycams een positief effect hebben op het politiewerk. Er wordt gekeken naar de preventieve werking, de werking tijdens een incident en het effect op opsporing en vervolging. De Nederlander blijkt positief te staan tegenover het gebruik van bodycams door de politie (zie de figuur hierboven). Indien blijkt dat de bodycams in Nederland ook bijdraagt aan de veiligheid is de mogelijkheid dat over een aantal jaar niet alleen achteraf gekeken kan worden naar de beelden, maar in situaties die daar om vragen, ook direct kan worden meegekeken.
Het doel van het gebruik van bodycams is om de relatie en het vertrouwen tussen burgers en de politie te verbeteren.
Bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid zijn ons inziens begrippen die in elkaars verlengde liggen. Concepten zoals Mobility-as-a-Service bieden mogelijkheden om steden bereikbaar en leefbaar te houden, maar tevens de mogelijkheid voor smart cities om verkeerstromen te monitoren en te sturen.
Mobility-as-a-Service (MaaS) betekent een nieuwe ontwikkeling in mobiliteit, waarbij de burger mobiliteit inkoopt, in plaats van te investeren in transportmiddelen. Deze ontwikkeling is veelbelovend voor het oplossen van de bereikbaarheid en leefbaarheid in steden. MaaS bestaat uit een slimme combinatie van openbaar vervoer, taxis, Uber, zelfrijdende auto’s en fietsen, die toegankelijk is via een smartphone. Zoals het Connekt netwerk aangeeft kan MaaS het denken over mobiliteit rigoureus veranderen, net zoals Airbnb dat deed voor de hotelbranche.
Intelligente transportsystemen zijn nodig om een stap te kunnen maken met Mobility-as-a-Service. Het programma Beter Benutten richt zich bijvoorbeeld op het aantal spitsmijdingen om zo de bereikbaarheid in de drukste regio’s te verbeteren. Het verminderen van het aantal ritten tijdens de spits gaat gepaard met het toepassen van andere vervoersmiddelen of (nieuwe) oplossingen. Vanuit Beter Benutten wordt vaak het fietsgebruik of het autodelen gestimuleerd, maar wordt er ook gekeken naar het verbeteren van de infrastructuur.
Het door Connekt opgestelde MaasSifest stelt vast dat Mobility-as-a-Service vraagt om samenwerking tussen diverse (commerciële) partijen op het terrein van reizigers, voertuigen, betalingssystemen, informatie, communicatietechnologie en infrastructuur. Het realiseren van deze samenwerking is cruciaal, maar vraagt om visie op nieuwe vormen van publiek en private samenwerking en de consequenties van nieuwe mobiliteitsvormen Uber en Airbnb stuiten uiteraard ook op weerstand en ongewenste ontwikkelingen.
Grote steden maken bij evenementen stappen in de toepassing van crowdmanagement om bezoekersstromen te controleren. Deze ervaringen kunnen doorgroeien naar dagelijkse praktijk voor smart cities.
Grote menigten verzamelen zich vaak op evenementen zoals muziekfestivals (Lowlands), culturele festiviteiten (Koningsdag), sportevenementen en religieuze evenementen (Hajj). Onder normale omstandigheden vinden er geen grote incidenten plaats. Er ontstaan echter gevaarlijke situaties wanneer er tussen de bezoekers (te) weinig ruimte overblijft en er gedrang ontstaat wat soms zelfs tot gewonden en doden kan leiden. Voorbeelden hiervan zijn de ramp tijdens Love Parade in Duisburg in 2010 (21 doden), het gedrang na de verstoring op de Dodenherdenking in Amsterdam in 2010 (63 gewonden) en het regelmatig optredende tempelgedrang tijdens religieuze dagen van de Hindoes in India waarbij in november 2012 veertien mensen omkwamen.
De TU Delft heeft het SAIL project uitgevoerd dat is gericht op het ontwikkelen van een monitoringsysteem voor crowd-management namens het Amsterdam nautische evenement SAIL 2015. Door middel van metingen met behulp van meerdere sensoren, maar ook mobiele telefooncamera’s, wifi-sensoren, gps, social media en zelfs een luchtballon, van de bezoekersstromen op het evenementterrein ontstond een veel beter overzicht hebben van de voetgangersdoorstroming activiteiten tijdens het evenement.
Onze verwachting is dat smart cities deze combinaties van technologieën niet alleen gaat gebruiken bij grote evenementen in de stad, maar ook in het monitoren van dagelijkse verkeerstromen. De groei van de mogelijkheden van Internet of Things maakt het mogelijk om informatie uit een groot aantal sensoren (waaronder drones, slimme camera’s en MaaS) te combineren tot een geïntegreerd beeld van de bezoekers- en verkeerstromen in de smart city. De toegenomen sitiuational awareness biedt de belofte om doorontwikkeld te worden tot predictive analitics.
De bovenstaande voorbeelden geven ook aan dat deze nieuwe (technologische) mogelijkheden bestuurlijke vragen oproepen, zoals:
De mogelijkheden van deze disruptieve technologieën zijn eindeloos. De inzet van drones, slimme camera’s, Mobility-as-a-Service en crowdmanagement dragen bij aan een veiligere samenleving. De situational awareness van bestuurders van smart cities neemt toe. Deze technologieën bieden veel meer mogelijkheden om informatie te verzamelen over, maar ook om op basis van al deze informatie direct over te gaan tot actie. De komende vijf jaar zullen deze technologieën zich in een snel tempo ontwikkelen. Het vraagt wel om visie, vertrouwen, samenwerking tussen publieke en private organisaties om de bestuurliijke vraagstukken te adresseren en een volgende stap te kunnen maken.