Criminelen zijn de motor van innovatie en internationale samenwerking in het veiligheidsdomein. Zij zorgen voor de noodzaak om beter samen te werken aan vrede en veiligheid.
Hoe kan Europa de internationale samenwerking tegen witwassen innoveren?
Witwassen is een zeer zware belasting voor de integriteit van de samenleving en de rechtstaat. Door witwassen is crimineel geld, dat verdiend is met grove misdrijven, schijnbaar legitiem te besteden. Doordat geld op veel verschillende manieren kan worden witgewassen en veelal internationaal plaatsvindt, is de slagkracht van de nationale aanpak beperkt. Wij verwachten dat binnen de Europese integratie van justitie- en veiligheidsbeleid de komende jaren een aantal institutionele en organisatorische antwoorden worden geformuleerd tegen internationaal witwassen. Op de korte termijn zijn er ook stappen te zetten. Wij zien vooral kansen in het uitbreiden van de internationale slagkracht van nationaal ingerichte Financial Intelligence Units (FIU’s). Think big, act small.
Witwassen is het uitvoeren van transactiesom de herkomst van crimineel verkregen geld te verbergen. Het geld is afkomstig van activiteiten zoals drugshandel, mensenhandel, diefstal en fraude. De wijze waarop witwassen kan plaatsvinden, is zeer divers en complex. Criminelen bedenken steeds nieuwe methoden om crimineel verkregen geld wit te wassen, variërend van een eenvoudig valsheid in geschrifte tot grote, complexe constructies van (buitenlandse) rechtspersonen. Globalisering en nieuwe technologieën zorgen ervoor dat internationale witwasconstructies eenvoudiger zijn op te zetten en te onderhouden. Een treffend voorbeeld wordt genoemd op de site van het Openbaar Ministerie. Hier wordt een onderzoek beschreven
naar het op grote schaal witwassen van winsten uit illegale online gokspellen op de Nederlandse markt. Het onderzoek richt zich op een geldstroom van 110 miljoen euro, die via een ingewikkelde structuur van binnen- en buitenlandse bedrijven zou zijn witgewassen. Door het Openbaar Ministerie zijn verzoeken om rechtshulp gedaan aan Spanje, Cyprus, België, Panama, Costa Rica, Malta, Zweden, Duitsland, Zwitserland, Groot-Brittannië en Alderney. Ook worden strafrechtelijk financiële onderzoeken uitgevoerd naar een kleine twintig rechtspersonen waaraan de verdachten verbonden zijn. Om succesvol wit te wassen, moet een crimineel drie fasen doorlopen.
Het plaatsen van geld gaat veelal samen met een internationale verplaatsingdoor middel van ‘money transfer’, ondergronds bankieren of door fysiek vervoer. Tijdens deze transacties kunnen geldbedragen worden omgewisseld naar andere valuta en coupures, waaronder e-currency. De ‘Black Market Peso Exchange’ in Latijns Amerika is een goed voorbeeld van een volledig ondergronds banksysteem, waarbij voornamelijk Amerikaanse drugsdollars onder de marktprijs worden verkocht voor peso’s.
In de tweede fase, versluieren, wordt het verband tussen de criminele herkomst, de eigenaar en het verdiende vermogen losgekoppeld. Hiertoe kunnen criminelen illegaal vermogen vermengen met legaal vermogen. Illegale en legale geldstromen worden bijvoorbeeld samengevoegd en gesplitst. Het vermengen kan ook door illegaal vermogen te integreren in een legale onderneming, die al dan niet eigendom kan zijn van de crimineel. Het veelvuldig uitvoeren van girale transacties (het zogenaamde giraal kriskrassen) versluiert de herkomst van geld, zeker wanneer het internationaal plaatsvindt en bankgeheim in het spel is.
In de integratiefase wordt, nadat de werkelijke herkomst en het eigendom is verhuld, een legitimatie van het geld gecreëerd. Ook in deze fase worden internationale structuren aangewend voor witwassen. Ogenschijnlijk legale inkomsten verdiend in het buitenland zijn voor nationale instanties veel lastiger bloot te leggen. Dit geldt ook voor ‘loan back-constructies’ die kunnen plaatsvinden via buitenlandse rechtspersonen. Criminelen wenden verder buitenlandse trustkantoren, stichtingen en leaseconstructies aan om hun herkomst en eigendom af te schermen.
In de meeste landen is de Financial Intelligence Unit (FIU) de centrale organisatie voor de bestrijding van witwassen en de intermediair tussen financiële instellingen en de opsporingsorganisaties. De FIU-Nederland is op basis van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme de aangewezen organisatie, waar diverse instellingen ongebruikelijke transacties dienen te melden. De FIU-Nederland verzamelt en analyseert vervolgens deze gegevens voor het voorkomen en opsporen van witwassen (en terrorismefinanciering). Tot op heden is er (nog) geen draagvlak voor een Europese FIU. Ondanks het internationale karakter van witwassen zijn de FIU-organisaties nationaal georganiseerd en daarmee gebonden aan nationale wetgeving en privacyeisen. Door het nationale karakter van de FIU’s verschillen de juridische kaders en mandaten waaronder de FIU’s opereren. Daarnaast gebruikt iedere FIU zijn eigen IT-oplossing en datamodellen waardoor het eenvoudig en automatisch uitwisselen en interpreteren van informatie een grote uitdaging vormt.
Witwassen is een grensoverschrijdend probleem, dat alleen internationaal effectief kan worden bestreden. Intensievere samenwerking tussen FIU’s ligt het meest voor de hand om internationaal witwassen op korte termijn aan te pakken. Er wordt onder andere samengewerkt in de Financial Action Task Force on money laundering (FATF), de Egmont Groep, het FIU.NET en in het FIUPlatform binnen de Europese Unie. Daarnaast zijn er bilaterale samenwerkingsverbanden met buitenlandse FIU’s en/of opsporingsdiensten. Binnen de Europese Unie en door de Financial Action Task Force (FATF) worden met landen bindende afspraken gemaakt over de aanpak van witwassen. Europese richtlijnen en intergouvernementele verplichtingen vormen dan ook de basis voor Nederlandse weten regelgeving, waaronder de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme. Maar waarom nieuwe (bilaterale) verdragen creëren terwijl er al een uitermate geschikte organisatie is om de Europese samenwerking uit te voeren, namelijk Europol. Deze organisatie heeft als ambitie de criminal intelligence hub van Europa te zijn en heeft reeds jarenlange ervaring in het ondersteunen van de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit. Op basis van vrijwilligheid kunnen landen informatie delen met Europol die de informatie analyseert en de inlichtingen teruggeeft. De aanleverende partij blijft altijd eigenaar van de informatie en kan bepalen hoe deze informatie gebruikt mag worden door andere landen en kan altijd bepalen wanneer informatie verwijderd moet worden. Hierdoor is een omgeving gecreëerd waarbij landen met verschillende wetgeving toch op een veilige manier vrijelijk informatie kunnen uitwisselen en zo de internationale criminaliteit gezamenlijk kunnen bestrijden. Voor informatie-uitwisseling in de bestrijding van zware criminaliteit lijkt ook onder Nederlanders steun te zijn. Uit het Trends in Veiligheid 2014 onderzoek van Capgemini, uitgevoerd door TNS NIPO, blijkt: “twee van de drie Nederlanders vinden het (zeer) goed dat inlichtingendiensten persoonsgegevens aan elkaar uitwisselen ter bestrijding van terrorisme of fraude. 32% van de Nederlanders vindt het belangrijk dat uitwisseling plaatsvindt, ook als dit de eigen privacy schendt. Een vergelijkbaar deel van de Nederlandse bevolking (28%) geeft echter aan dat gegevensuitwisseling niet ten koste mag gaan van de eigen privacy.” Aandacht voor privacy moet integraal onderdeel zijn van het vormgeven van de samenwerking.
Een andere kansrijke oplossing is het mede door Capgemini ontwikkelde HEMOLIA (Hybrid Enhanced Money Laundering Intelligence, Investigation, Incrimination and Alerts) vanuit het Seventh Framework Program van de Europese Commissie. Dit platform biedt FIU’s en opsporingsdiensten de mogelijkheid om bij zware strafbare feiten binnen wettelijke kaders gegevens van ongebruikelijke en verdachte financiële transacties te combineren met telecommunicatiegegevens waardoor de bewijskracht tegen verdachten sterk kan toenemen. De basisprincipes van het platform zijn gericht op een werkwijze die vanuit een vaste kern flexibel genoeg is om aan te passen aan nationale situatie, waarbij vertrouwen in de veiligheid en legitimiteit van de gegevensuitwisseling en de privacy van de burger optimaal is gewaarborgd. Als meerdere FIU’s en opsporingsdiensten binnen Europa HEMOLIA toepassen, kunnen tevens op dezelfde manier gegevens worden geanalyseerd en
worden uitgewisseld.
Om een daadkrachtige en geloofwaardige impact te krijgen, moet de internationale samenwerking voor de opsporing en vervolging van witwassen worden geïntensiveerd. De rol van Europol moet hierbij wat ons betreft toenemen en er liggen op lange termijn kansen voor verdere Europese samenwerking en integratie van politie, justitie en toezichthouders. Het uitbreiden van de internationale slagkracht van FIU’s kan één kleine stap zijn. Concrete verbetering voor de internationale slagkracht is, naast het hergebruik van bestaande internationale organisaties en verdragen, het creëren van een gezamenlijk uniform platform in Europa waarmee FIU’s informatie kunnen uitwisselen. Ook HEMOLIA, het platform waarmee binnen wettelijke kaders gegevens kunnen worden verrijkt, kan de slagkracht tegen verdachten versterken. De internationale criminaliteit houdt echter niet op bij de buitengrenzen van Europa. Europa moet met concrete stappen tegen witwassen het voortouw in de wereld nemen in de bestrijding van internationale criminaliteit.