Een moderne, ‘van buitenaf’ benadering bij het organiseren van het domein van veiligheid en justitie kan niet zonder vergaande digitalisering.
Is er een alternatieve benadering die een integrale effectieve behandeling van complexe problemen door justitie, verbonden met de maatschappij, mogelijk maakt?
De samenleving verandert steeds sneller en wordt complexer, wat consequenties heeft voor de relatie tussen overheid en samenleving. Een complexere samenleving betekent ook complexere problemen. Van de overheid wordt geëist om effectiever en efficiënter te werk te gaan zodat ’meer met minder’ wordt gerealiseerd. De overheid probeert aan deze vraag tegemoet te komen door een en ander binnen de overheid beter te organiseren. De huidige verbeterslag classificeren we als een ‘van binnenuit’ benadering: door de verbeteringen in de processen binnen de overheid te organiseren, worden positieve effecten in de samenleving verwacht.
Dit is echter niet voldoende. Om in te kunnen spelen op de actualiteit in de maatschappij moet de overheid ook haar relaties met de samenleving vernieuwen. Burgers vragen om meer transparantie, inspraak en mogelijkheden om zelfredzaam te zijn. Daarom is een benadering ’van buitenaf’ nodig, leidend tot een overheid die bestaat uit – in netwerken opererende – organisaties die zichzelf permanent verbeteren en zich soepel kunnen aan passen aan de steeds veranderende eisen uit maatschappij en politiek.
In het justitiedomein wordt hard getrokken aan de interne verbeterslag in zijn ketens, zoals de vreemdelingenketen en de strafrechtketen. Er worden dwarsverbanden gelegd tussen ketens ín en buiten het justitiedomein (vreemdelingen- en strafrechtketen, jeugdstraf-, jeugdzorg- en jeugdbeschermingsketen). De verbeterrichting wordt echter bepaald door de interne organisatie van het veiligheids- en justitiedomein en in mindere mate door de samenleving of door het subject van de justitieprocessen: de verdachte of vreemdeling. Terwijl diezelfde samenleving vraagt om actief deel uit te kunnen maken van deze uitvoeringsprocessen. Het slachtoffer wil bijvoorbeeld spreekrecht om het verhaal zelf te kunnen vertellen en tevens op de hoogte gehouden worden van het strafverloop van de dader. Uit het Trends in Veiligheid onderzoek 2012 van Capgemini, uitgevoerd door TNS NIPO, blijkt dat 87% van de ondervraagden meer aandacht voor het slachtoffer belangrijk vindt. Van organisaties zoals de rechtspraak en het openbaar ministerie wordt verwacht dat zij uit hun ivoren torens komen en dichter bij de samenleving gaan staan.
Daarnaast wordt het domein van veiligheid en justitie geconfronteerd met complexe problemen waarvan de aanpak zich niet beperkt tot het justitiedomein maar waar een integrale aanpak met overheidsorganisaties buiten het domein voor nodig is. Bijvoorbeeld de jeugdige crimineel die dakloos is en slachtoffer van kindermishandeling.
Om de samenleving actief te betrekken bij justitieprocessen en een integrale aanpak van complexe problemen mogelijk te maken, is een benadering van buitenaf nodig. Het doel is om de burger te betrekken bij het werk in het domein van veiligheid en justitie en de verdachte met een complexe problematiek die meerdere uitvoeringsorganisatie raakt, centraal te stellen in de behandeling.
De benadering van buitenaf lichten wij toe aan de hand van een aantal ontwikkelingen in het justitiedomein. In de strafrechtketen wordt hard gewerkt aan een snellere behandeling van zaken. De komst van bijvoorbeeld ZSM zet hier flinke stappen in. Het merendeel van de eenvoudige zaken wordt binnen zes uur na aanhouding beoordeeld. Voor complexe zaken ligt dit ingewikkelder. Complexe zaken zijn zaken waarbij verschillende, onderling samenhangende problemen bij een persoon spelen die om een integrale behandeling vragen. Dit maakt dat meerdere partijen betrokken zijn die situationeel en afhankelijk van elkaar actie moeten ondernemen. Het enkel denken vanuit het ketenconcept blijkt vooral voor die complexe zaken, die vragen om een actueel totaalbeeld van de verdachte, niet meer te voldoen. Aan dat actuele totaalbeeld is een gebrek. Veiligheidsregio’s zetten met de invoering van netcentrische informatievoorziening al een stap om dit totaalbeeld op te kunnen bouwen. Hierin loopt informatie niet via hiërarchische lijnen, maar wordt zo snel mogelijk gedeeld met iedereen voor wie de informatie relevant kan zijn. Deze relevantie is niet beperkt tot de staande organisaties, maar men betrekt ook burgers als dat wenselijk blijkt.
Het versterkende karakter van informatie voor alle betrokken partijen zit hem juist in het completeren van elkaars informatie. Voor slachtoffers betekent dit bijvoorbeeld dat zij informatie mogen inbrengen die voor een reclasseringsorganisatie van belang kan zijn. Op basis van deze informatie kan een meer overwogen keuze gemaakt worden over het behandelingsproces van de veroordeelde. Hiervoor het is het nodig dat alle betrokken partijen, dus zowel politie en openbaar ministerie als slachtoffers en burgemeesters, weten wat de informatie is die van waarde kan zijn voor een andere partij en welke informatie zij kunnen inbrengen. Van buiten naar binnen kijken naar de informatiepositie en -behoeften van betrokkenen binnen en buiten ketens, waar het creëren van gefundeerde en waardevolle informatie leidend is.
Bij de benadering van buiten naar binnen staat niet de organisatie of keten centraal, maar de persoon die met de informatie handelingsperspectief verkrijgt om gefundeerde beslissingen te nemen. Dit kan zowel de functionaris zijn die een beslissing moet nemen over een persoon (een jeugdige delinquent, een volwassen delinquent, een vreemdeling met of zonder strafrechtelijke antecedenten etcetera), maar ook de burger, het slachtoffer, de burgemeester. Het is zaak ervoor te zorgen dat deze personen over de informatie beschikken die ze nodig hebben om een beslissing te nemen.
Deze benadering kan niet zonder digitalisering. De huidige digitalisering binnen het domein van veiligheid en justitie wordt gekenmerkt door ondersteunende ICT voor de individuele justitieorganisaties en de informatisering van de verschillende ketens. De digitalisering die voor deze benadering nodig is, heeft andere karakteristieken.
Capgemini Consulting hanteert voor transformaties van organisaties met digitalisering de term ‘Digital Transformation’. Digitale Transformatie gaat over het radicaal verbeteren van de performance en de invloed van organisaties door de toepassing van technologie. Karakteristiek voor deze benadering is: • denken vanuit klanten in nieuwe en veranderende behoeften;
De rode draad door de benadering van deze digitale transformatie, vertaalt naar het justitiedomein, zit erin dat de digitalisering vanuit het ecosysteem van veiligheid en justitie wordt benaderd. De verdachte en het slachtoffer behoren tot dat ecosysteem, maar ook de justitiemedewerker. Elke partij in dat ecosysteem kent een kenmerkende informatiepositie. Het integrale informatiebeeld van de verdachte wordt opgebouwd aan de hand van de beschikbare informatie van alle stakeholders. Dit informatiebeeld wordt niet alleen gekenmerkt door ‘harde’ gegevens (persoonsgegevens, gegevens over strafrechtelijke beslissingen en de voortgang in de afhandeling en dergelijke.) maar ook ‘zachte’ informatie (bijvoorbeeld over de leefomgeving van een verdachte). Afhankelijk van wat een partij (de reclasseringsmedewerker, het slachtoffer, de burgemeester) nodig heeft en mag weten, wordt (een deel van) dit informatiebeeld ontsloten naar die partij. Het integrale informatiebeeld wordt daarmee op maat gesneden op basis van diens ’need to know’. De kanalen waarlangs het integrale informatiebeeld kan worden ontsloten, kunnen variëren van papier tot mobiele toepassingen en sociale media. Informatie van binnen en buiten het domein van veiligheid en justitie zijn het vertrekpunt om het integrale informatiebeeld op te bouwen. Er is vervolgens een vorm van orchestratie nodig in de ontsluiting van de informatiebronnen via de geselecteerde kanalen om de informatiepositie van de stakeholders in te vullen. Met orchestratie wordt het in samenhang arrangeren en coördineren van de ontsluiting van de informatie bedoeld.
De digitalisering ondersteunt eveneens een flexibilisering in samenwerkingsrelaties en tijd- en plaatsonafhankelijk werken en draagt daarmee bij aan een wendbaardere justitiële organisatie. Nieuwe samenwerkingsrelaties, zowel binnen het domein van veiligheid en justitie als met partijen daarbuiten, of wijzigingen in samenwerkingsrelaties kunnen direct ondersteund worden en de ontsluiting van het informatiebeeld is door mobiele toepassingen niet meer afhankelijk van een werkplek. Overal kan het integrale informatiebeeld opgebouwd en ontsloten worden afhankelijk van de rechten die de al of niet samenwerkende partijen in het ecosysteem daartoe hebben.
Een moderne, ‘van buitenaf’ benadering bij het organiseren van het domein van veiligheid en justitie kan niet zonder vergaande digitalisering. Ketens blijven nodig maar voldoen niet meer alleen. Moderne digitalisering geeft justitie de kans om in verbinding te staan met de samenleving, flexibel in te spelen op veranderingen in die samenleving en complexe problemen effectief op te lossen. Een digitalisering met de inzet van moderne ICT-middelen naast de oude ICT biedt hiervoor een oplossing. De transformatie naar die moderne organisatie van het domein van veiligheid en justitie gaat gelijk op met de transformatie van de digitalisering. Zij zijn niet los van elkaar te zien. Het gaat hier om een transformatieproces waarbij de omslag gaande weg gemaakt wordt. De governance hiervan is de grote uitdaging.