Marcus is gespecialiseerd in sturings- en (complexe) samenwerkingsvraagstukken binnen het domein van justitie en veiligheid. Hierin richt hij zich op vraagstukken waarin het gebruik van data een belangrijke centrale rol vervult.
Marcus is gespecialiseerd in sturings- en (complexe) samenwerkingsvraagstukken binnen het domein van justitie en veiligheid. Hierin richt hij zich op vraagstukken waarin het gebruik van data een belangrijke centrale rol vervult.
Samenwerken is een complexe opgave. Toch groeit de noodzaak om samen te werken, omdat de maatschappelijke uitdagingen niet door één overheid op te lossen zijn. Maar hoe organiseer je een samenwerking?
Data vergaren is een ding; die data optimaal benutten is een tweede. We spreken dan vaak over ‘intelligence’. Om data te vergaren en te verrijken tot intelligence, is het Multidisciplinair Interventie Team (MIT) opgericht, een samenwerkingsverband tussen actoren in het veiligheidsdomein. Maar de manier waarop intelligence wordt aangevlogen schiet vaak te kort: ‘als we maar alle data bij elkaar (mogen) zetten, dan hebben we meer inzicht en krijgen we meer grip op het domein’. Zo eenvoudig is het helaas niet. We moeten toe naar een deugdelijke sturingsstrategie, om intelligence gerichter in te zetten. Op zo’n manier dat bestrijding van ondermijnende criminaliteit niet meer louter incidentgedreven is, maar strategisch en adaptief. In dit artikel bespreekt de auteur vier bouwstenen die nodig zijn voor zo’n sturings- en samenwerkingsstrategie: een gemeenschappelijke taal en scope voor de samenwerking, een kortcyclische en dynamische sturing van het intelligence-proces, de continue doorontwikkeling van een strategisch beeld van het criminele domein en een lerende organisatie. Als we die bouwstenen op een structurele manier weten te implementeren, kan het complexe samenwerkingsverband dat de MIT is pas echt effectief opereren.